6e plaatje LEZEN EN SCHRIJVEN - ETEN EN DRINKEN

Wanneer het lezen niet vanzelf gaat

1. Bij dyslexie

Wanneer iemand moeite heeft met lezen en/of spellen.
Iemand kan traag lezen, of lezen met veel fouten, of een combinatie van beide is mogelijk. Soms is het lezen redelijk goed, maar zijn er vooral problemen met de spelling. Kinderen met dyslexie laten al vroeg zien dat zij moeite hebben het tempo van het leren lezen en spellen in de groep te volgen. Vaak doen zij extra hun best. In groep 3 kan duidelijk worden dat een kind mogelijk dyslexie heeft. Maar voor die tijd, in groep 1 en 2, kunnen er al signalen zijn die hier op wijzen. Soms vallen de lees- en spellingsproblemen eerst nog niet op, maar komt dit in de brugklas pas aan het licht bij problemen met het leren van de vreemde talen. Soms ontdekken volwassenen het van zichzelf pas op het moment dat hun eigen kind leesproblemen heeft.

OORZAAK
Mensen met dyslexie hebben over het algemeen een in aanleg zwak taalgevoel. Zij hebben met name moeite met het waarnemen van klanken (foneembewustzijn). Ook een probleem met het automatiseren van willekeurige associaties (kleuren, dagen van de week) speelt een grote rol. Dit uit zich bijvoorbeeld in problemen met snel en goed de juiste letter bij een klank vinden of bij het goed toepassen van een spellingsregel als je er niet bewust bij nadenkt. Het is bekend dat dyslexie erfelijk bepaald is. Als een van de ouders dyslexie heeft is de kans op een kind met dyslexie 50%.

GEVOLG
De intelligentie kan verkeerd worden ingeschat. Wanneer dyslexie niet ontdekt en/of erkend wordt en wanneer geen hulp geboden wordt, kunnen emotionele problemen en een sociaal isolement ontstaan. Doordat het lezen moeilijk is en vaak traag verloopt, kunnen er op school, ondanks de intelligentie, problemen ontstaan met leren. Veel tekst en schriftelijke opdrachten vragen extra inspanning van het kind. Slecht lezen is een beperking bij het volgen van een studie; dyslexie kan dus gevolgen hebben voor de uiteindelijke beroepskeuze. Als dyslexie vroegtijdig gesignaleerd wordt en er wordt adequate hulp geboden kan de uitingsvorm van dyslexie beperkt zijn. Vroegtijdige, effectieve hulp is heel belangrijk.

LOGOPEDIE
De logopedist is vaak als een van de eerste hulpverleners betrokken bij jonge kinderen en kan dus vroegtijdig risicofactoren signaleren. Soms zijn die al aantoonbaar vóórdat het kind naar school gaat. Er kan dan vroegtijdig hulp geboden worden. Daarnaast geeft de (gespecialiseerde) logopedist training om de belangrijke vaardigheden voor het lezen en spellen te ondersteunen, zoals het combineren van het luisteren naar een klank, de mondbeweging goed voelen en de letter zien die erbij hoort. Dit is het meest effectief als het wordt gekoppeld aan daadwerkelijk lezen en spellen. Om te zorgen voor een doorgaande lijn in de behandeling wordt informatie overgedragen aan ouders en school. De behandeling richt zich op het laten opdoen van succeservaringen door het kind. Op die manier wordt geprobeerd emotionele problemen te voorkomen.

Om achterstanden op school te voorkomen is het belangrijk dat kinderen met een zwak taalgevoel zo vroeg mogelijk logopedisch worden begeleid.

Terug naar inhoudsopgave

Dyslexiewijzer

2. Waarom de dyslexiewijzer?

Deze dyslexiewijzer is ontwikkeld als basisinformatie en als uitgangspunt voor de deskundigheidsbevordering van de logopedist op het gebied van dyslexie. Aan de hand van de dyslexiewijzer kunnen logopedisten in een oogopslag de vier typen taalleerproblemen in relatie brengen met dyslexie. Daarnaast biedt de wijzer een literatuurverwijzing en relevante sites waar meer informatie over dyslexie gevonden kan worden. De commissie dyslexie van de NVLF beveelt u deze dyslexiewijzer dan ook van harte aan.

Definitie dyslexie
Dyslexie is een stoornis die gekenmerkt wordt door een hardnekkig probleem met het aanleren en het accuraat en/of vlot toepassen van het lezen en/of het spellen op woordniveau.

Bron : Stichting Dyslexie Nederland 2004

Terug naar inhoudsopgave

3. De rol van de logopedist bij (risico van) dyslexie

Logopedisten zijn deskundig op het gebied van diagnostiek, indicatiestelling en therapie van spraak- en taalstoornissen. Hiermee onderscheiden zij zich van andere beroepsgroepen die zich met dyslexie bezig houden, bijvoorbeeld de orthopedagogen en de remedial teachers. Dit is in het bijzonder van belang omdat ze kennis hebben van de diagnostiek en begeleiding van de factoren die met dyslexie samenhangen zoals fonologie en oproepsnelheid. Logopedisten zijn vaak al in een vroeg stadium betrokken bij kinderen met dyslexie. Soms is er nog helemaal geen sprake van een kind dat in het leesproces vastloopt, maar zijn er al wel risicofactoren te signaleren. Adequate begeleiding in een vroeg stadium (onder andere met klanken en letters werken) kan dyslexie weliswaar niet voorkomen, maar wel de uitingsvorm ervan verkleinen. Dat de behandeling door een (gespecialiseerde) logopedist een grote bijdrage kan leveren aan het voorkomen van leesproblemen en het verminderen van het gevolg ervan staan buiten kijf.

Terug naar inhoudsopgave

4. Samenhang dyslexie en spraak-/taalmoeilijkheden

Veel kinderen met ernstige spraak-/taalmoeilijkheden (ESM) ontwikkelen op latere leeftijd dyslexie. In de wetenschappelijke literatuur worden percentages van wel 40-50% genoemd waarbij de combinatie van taalproblemen en dyslexie vaker bij jongens dan bij meisjes voorkomt (Wentink en Verhoeven).

Er zijn 4 typen taalleerproblemen te onderscheiden die een relatie hebben met lezen en spellen :

  1. Auditieve verwerkingsproblemen;
  2. Spraakproblemen;
  3. Grammaticale problemen;
  4. Problemen met de betekenisverlening.
De risicogebieden voor het leren lezen en/of spellen zijn het werkterrein van de logopedist. Met name de signalerende en interveniërende rol van de logopedist bij de vroegtijdige opsporing van risicokinderen is groot. Maar ook bij het aanvankelijke en voortgezet lezen is een ondersteunende rol weggelegd. Het einddoel van technisch lezen wordt gedefinieerd als "lezen met begrip". Ook bij dit begripsmatige aspect van het lezen wordt het specifieke werkterrein van de logopedist aangesproken, namelijk de taalontwikkeling en de woordenschat.

De rol van de logopedist bij auditieve verwerkingsproblemen
Leerlingen met auditieve verwerkingsproblemen hebben moeite met het onderscheiden, herkennen, analyseren en synthetiseren van spraakklanken. Helaas leveren auditieve oefeningen voor het leren lezen erg weinig op als er alleen auditief gewerkt wordt. Lezen bestaat immers uit meer componenten dan alleen de auditieve. Juist de koppeling tussen de auditieve en de visuele component is essentieel. Een logopedist kan een kind helpen om met klanken te leren manipuleren waarbij in een vroeg stadium met klanken en letters wordt gewerkt. Het effect hiervan is bewezen.

De rol van de logopedist bij spraakproblemen
Een logopedist moet alert zijn op het effect van spraakproblemen bij lezen en spellen. Bij de behandeling moet de auditeve, visuele en spraakmotorische component van de woordstructuur aan de orde komen. Kinderen moeten een woord horen, zien (letters en mondbeeld) en uitspreken.

De rol van de logopedist bij grammaticale problemen
Grammaticale problemen bij kinderen zijn vooral terug te vinden bij het niet correct kunnen toepassen van regels met betrekking tot woordvorming, zinsbouw en spellingsregels.

De rol van de logopedist bij problemen met de betekenisverlening
Kinderen die problemen hebben met betekenisverlening hebben moeite met het vinden van de juiste woorden, met het leggen van relaties tussen woorden en met pragmatisch taalgebruik. Deze problemen komen bijvoorbeeld tot uiting bij begrijpend luisteren en begrijpend lezen. Maar ook bij het vertellen van verhalen, zowel mondeling als schriftelijk (stellen). De logopedist kan een kind helpen om woordvinding en pragmatiek te benaderen via geschreven taal, zeker wanneer er sprake is van lees- en spellingsproblemen.

Aanbeveling
De commissie dyslexie van de NVLF vindt dat nadere scholing van de logopedist op het gebied van dyslexie noodzakelijk is om kinderen met (risico op) lees- en spellingsproblemen adequaat te kunnen signaleren en begeleiden.

Terug naar inhoudsopgave

5. Literatuur

Terug naar inhoudsopgave

6. Websites

www.balansdigitaal.nl
Vereniging van ouders en kinderen met leer- en gedragsstoornissen.
www.letop.be
Eerste hulp bij leerstoornissen.
www.masterplandyslexie.nl
Informatie over het masterplan dyslexie.
www.rijksoverheid.nl
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
www.nichd.nih.gov
Internationaal onderzoek over leesonderwijs.
www.nvlf.nl
Informatie van de Nederlandse Vereniging voor Logopedie en Foniatrie.
www.balansdigitaal.nl
Recente informatie over dyslexie.
www.expertisecentrumnederlands.nl
Expertisecentrum Nederlands. Informatie over taal-, leesproblemen en dyslexie.
www.braams.nl
Informatieve site over dyslexie.

Terug naar inhoudsopgave

7. Materiaal / hulpmiddelen

www.anderslezen.nl
Lectuur en informatie voor mensen met een leeshandicap, onder andere digitale boeken.
www.fnb.nl
Lectuur en informatie voor mensen met een leeshandicap.
www.ggdrivierenland.nl
Informatie over Spreekbeeld, een leermiddel voor het multi-sensorieel aanleren en automatiseren van de klanktekenkoppeling.
www.kennisnet.nl
Internetorganisatie voor het onderwijs.
www.lcowijzer.nl
Logistiek Centrum Onderwijs. Produceren en verspreiden uitgaven voor het onderwijs, onder andere van het Expertisecentrum Nederlands.
www.lexima.nl
Leverancier van dyslexiehulpmiddelen.

Terug naar inhoudsopgave

8. De commissie dyslexie van de NVLF

De commissie dyslexie van de NVLF is in het najaar van 2004 in het leven geroepen om de volgende doelstellingen te realiseren :

De commissie ontwikkelt een aantal activiteiten om deze doelen te bereiken. Een daarvan is deze dyslexiewijzer.

Terug naar inhoudsopgave